Het einde….en een heuse cycloon!!
…het einde van de Stuart Highway en welkom in Darwin!!
En een bijzonder welkom hadden we: een nat welkom door Carlos, een heel bijzonder iemand!
Is ie knap? Is ie vriendelijk? Is ie Australisch? Is ie…?
Hij is wild, heftig nat en onvoorspelbaar! Hij is een heuse CYCLOON! En voor het eerst van ons leven maken wij een echte cycloon mee, we zitten er bijna midden in.
Weer een ervaring voor in onze rugzak!! Straks meer daarover, eerst even terug naar waar we waren gebleven.
In Katherine aangekomen namen we meerdere dagen een huisje en eerlijk is eerlijk: dat bevordert toch wel iets de nachtrust.
De 2e ochtend in Katherine hadden we een cruise (boottocht) geboekt naar de Katharine Gorge, eigenlijk de Nitmiluk Gorge in Nitmiluk NP (onderdeel van Kakadu NP). Een schitterende tocht met veel natuurschoon, heel veel water, Aboriginal Rock Art en eindigend in een rockpool bij een waterval. Superhelder en lekker water en we konden onder de waterval doorzwemmen – heftig, heerlijk en energieverrijkend!
Toen we terugreden naar ons huisje passeerden we een fietser (ja een echte fietser, hier zeer zeldzaam!) en tegelijk stopten we omdat er een gewonde Black Cockatoo (Red Tailed) langs de weg liep. En zoals jullie inmiddels weten is dit een bedreigde vogelsoort en hebben Peter en Joyce zich inmiddels de “dierenredders” gedoopt dus wat te doen: hulptroepen gereed maken!!
Het leek erop dat miss Cockatoo (zoals later bleek) een gebroken vleugel had en verder was ze nog erg fit en liep heel snel het bos in. Peter en ik erachter aan met een laken en een badlaken en op het moment dat we die eindelijk over haar kop hadden gekregen werd ze rustig en konden we haar oppakken. Tjee, wat is zo’n cockatoo groot. En wat een mazzel voor miss Cockatoo: ze mocht mee in onze Van! Niet dat ze enige keus had en op de momenten dat ze die mogelijk wel had schreeuwde ze erop los. Wow wat een geluid kan zo’n prachtige vogel maken!
Vlakbij was een vogelopvangcentrum maar daar was helaas niemand. De fietser die ook bij ons was bleek een aardige dame, Emma, die zeer hulpvaardig was en overal heen belde en boodschappen op voicemails achterliet. Hopen dat we gauw gebeld zouden worden. Emma woonde vlak bij waar wij ons huisje hadden en we besloten miss Cockatoo daar heen te brengen en een soort kooi te fabriceren tot er hulp zou bellen/komen.
We hadden echt wat leuks gecreëerd en met dekens erover heen had miss Cockatoo genoeg lucht en werd al snel heel rustig.
Gelukkig kwam het telefoontje al snel en rond vijf uur zou er een dame komen van het vogelopvangcentrum.
Emma ging naar de film dus wij spraken af dat we de komende paar uur een paar keer bij miss Cockatoo zouden checken. Zo gezegd zo gedaan. Rond vier uur gingen we ook nog ff checken en toen we onder het kleed keken….weg miss Cockatoo. Slik, nee toch – kan niet waar zijn. Wij de hele tuin van Emma afgezocht, ze kon toch niet ver weg zijn?
En toen was Joyce zo slim om nog een keer onder het kleed te kijken….en wie zat daar heel rustig een treetje hoger: miss Cockatoo! Opluchting en we moesten ook erg lachen, je had ons moeten zien zoeken!
Rond vijf uur werd de prachtige zwarte Cockatoo opgehaald en meteen werd vastgesteld: gebroken vleugel en een hele mooie breuk – ze zou uiteindelijk weer heerlijk vrij in de natuur rondvliegen!
Als wij terugkomen in Katherine zijn we uitgenodigd om te komen kijken en zeker weten dat we dat gaan doen! Tot dan mooie miss Cockatoo!
Van Katherine reden we naar Pine Creek waar we om precies te zijn rechtsaf sloegen op de Bruce Highway zodat we zo het Kakadu National Park in reden. En daar is het ook al zo mooi. Door het vele water waren vele mooie plekken, en vooral watervallen, niet bereikbaar en we hadden besloten voor een dure en prachtige optie: met een klein vliegtuigje over Kakadu NP heen vliegen en heel veel moois gaan zien.
Na een nacht in de bush was het zover en we vonden het allevier best spannend. En dat was het ook, uiteindelijk vanwege veiligheid ofzo maar vanwege wie de spuugzak nodig had! Een vliegreis die ons nog lang zal heugen want beide kanten van de medaille kwamen voorbij: het was door de wind een hele hobbelige vlucht en Joyce moest overgeven, Peter bijna en Kim werd ook steeds bleker…. Gelukkig voelde ik me uitstekend en kon er zijn ter ondersteuning. Er daarbij wel voor zorgend dat ik alles onderweg goed zag en filmde! Want dat was de andere kant die we gelukkig allevier toch goed konden meemaken en absorberen: het was ongelooflijk mooi, zo’n prachtig landschap door nog zo weinig mensen ooit aangeraakt, een geschiedenis van meer dan 60 duizend jaar Aboriginals en watervallen die mogelijk nog nooit zo heftig waren (door zoveel regen de laatste tijd). De Jim Jim falls en de Twin falls waren toppers!
Arme Joyce heeft niet alles gezien maar gelukkig wel de prachtige watervallen. Op de grond kregen Peter en Joyce al snel weer heel veel praatjes en vooral ook: kleur op hun gezicht!
En dan een bekend ritueel: honger en er moest gegeten worden. Veel crackers en water en uiteindelijk glijdt dan ook de chocolade weer gladjes naar binnen!
Na een paar dagen werd het in Kakadu te nat, steeds meer regen dus we gingen vlot door naar Darwin – de kans bestond dat we anders vast kwamen te zitten in Kakadu en dat was niet waar we van droomden.
In Darwin dus een verrassing: cycloon Carlos wachtte ons op. Hoe we daarachter kwamen?
We reden naar de Tourist Information en daar groot op de door: “tot nader order dicht door de cycloon!!” En dat geeft wel even een lichamelijke reactie… Vooral Joyce had het niet meer, ze vindt het weer in Australië af en toe erg spannend en dat was het ook. We zagen steeds meer omgevallen bomen, takken en veel wind en regen.
Rachel, ons contact in Darwin, had ons al geprobeerd te waarschuwen en wij waren een aantal dagen “out of reach”. Gelukkig konden we Rachel meteen bellen en ze werkt ook nog bij Water en Power en weet alles van het weer, water en energie en daardoor ook veel van de wegen! Ze zou nog een paar uur werken en dan konden wij mee met haar naar haar huis. Een veilig huis en daar konden we verdere informatie afwachten.
In eerste instantie zou Carlos, die inmiddels op zee was, verder de zee verkennen (leek ons ook een uitstekend plan!) en eigenwijs en onvoorspelbaar als hij is kwam hij terug naar Darwin en wilde ons veilig laten ervaren hoe zo’n cycloon is. Wij zitten nu vlak onder het zogenaamde “oog” en dat betekent wel veel, heel veel regen, wind en verder niet te gevaarlijk. Buiten deze ring van het oog heb je het slechter en hopelijk gaat dat echt richting zee.
Wij zitten nu warm en veilig binnen en kijken naar de omgewaaide boom van de buren, kletsen gezellig met Rachel en haar vriend Steve (die inmiddels ook thuis is gekomen), ontzettend aardige jonge mensen. Rachel is een paar jaar geleden hier komen wonen nadat ze in Kakadu verliefd geworden was op Aussie Steve.
Alle scholen en bijna alle winkels zijn dicht en mensen wordt gevraagd zoveel mogelijk thuis te blijven. Kim en Joyce spelen schooltje en Peter gaat straks heerlijke Barramundi koken.
Resumerend: al met al zijn we na een lange reis vanuit Port Augusta via die enorme highway uiteindelijk in Darwin beland.
En met alles wat we gezien en meegemaakt hebben – van overstromingen tot natuurwonderen, van bijzondere dieren tot prachtige mensen en hun historie - kunnen we eigenlijk wel naar huis…
Nee, echt niet!! We didn’t had enough yet! We gaan nog heerlijk even door en met alle mooie ervaringen die nog gaan komen vullen we onze rugzakken, onze harten en houden we zeker prachtige metaforen/verhalen over!
Liefs, ook van Carlos, Pemakijo
Autopech, brand, overstroming en...
….alles komt weer op z’n pootjes terecht. En met de titel prikkelen we graag een beetje dus echt:
“no worries!” Het gaat heel goed met ons.
We beleven elke dag wel iets bijzonders en dat maakt deze reis nog specialer, nog intenser. En dat is lekker want eerlijk gezegd gaat de tijd ons iets te snel.
We vertrokken uit Coober Pedy met een paar prachtige opalen, nieuwe ervaringen en een videocamera lichter (we hadden gehoopt dat de politie met goed nieuws kwam na Peter’s beschrijving maar die hoop hebben we met alle regen hier in de Northern Territory mee laten spoelen).
Vanuit Coober Pedy reden we naar Ayers Rock (Uluru) en onderweg merkten we dat de Van olie lekte. En al gauw ontdekte Peter dat het niet de “gewone” olie was maar de transmissie olie. En voordat dat gemaakt kon worden hadden we al heel wat liters bijgevuld. In Central Australia zijn de afstanden enorm, het aantal auto’s dat je tegenkomt minimaal, het aantal mensen dat je tegenkomt vooral reizigers, het aantal autoreparateurs zeer schaars en de juiste auto onderdelen soms nog schaarser…
Maar we hebben met olie bijvullen zowel Uluru gehaald als de nabijgelegen “Olga’s” (Kata Tjuta) als de Kings Canyon en uiteindelijk Alice Springs.
Zoals Joyce al schreef waren de Uluru en Kata Tjuta erg mooi, het blijft indrukwekkend, spiritueel en onbeschrijflijk. Peter en ik waren hier in 1995 geweest…op huwelijksreis!! En dat we dat dan nu nog een keer mogen beleven met Kim en Joyce erbij – wat een rijkdom!
De Kings Canyon was prachtig en in deze omgeving steeds meer regen dus het bezoek was relatief kort.
Kamelen
Op weg naar Alice Spring op echte kamelen gereden; heb je dan ook onechte kamelen? Zal vast wel maar het is meer dat we ons hier pas realiseerden dat kamelen vroeger en nu ook nog een beetje een belangrijke rol speelden in dit droge, hete deel van Australië. En ook al zijn ze echt, ze zijn niet van origine Australisch – ze zijn binnen gebracht vanuit India en leven nu wel in het wild hier.
Alice Springs was een veel modernere en grotere plaats dan we ons konden herinneren. We namen, gestimuleerd door de hitte en steeds meer regen, een huisje en namen de tijd om vooral even ‘niets te doen’. Wat dat precies is zal voor een ieder verschillen – voor ons is het vooral ons zo min mogelijk verplaatsen, behalve naar de supermarkt en het zwembad en voor onze Van naar de garage. Het onderdeel dat we nodig hadden moest uit Adelaide overgevlogen worden en het zou een dag of vier/vijf duren voor het er zou zijn. Dat zou meteen betekenen dat we ook de staart van de Cycloon (die eerder de kust van Queensland had getroffen) nog mochten meemaken. Wat een mazzel hè?
Vele winkels hadden hun zandzakken en andere voorzieningen al klaar liggen en het gonsde door de lucht. En wat een mazzel: het want dat staartje bleef net buiten Alice Springs dus de overstromingen waren ook buiten Alice Springs.
Autopech
Vanuit Alice Springs gingen we nog een aantal dagen naar de West Mac Donnel Ranges National Park. Ondanks wat minder mooi weer was het er schitterend, wat een ruige natuur, gorges, waterholes en rotsen. En door al dat water is er regelmatig wel iemand die dan even moet plassen dus dan stoppen we de auto en …. normaal gesproken kunnen we dan na zo’n sanitaire stop weer verder rijden. Behalve deze ene keer, ver weg van Alice Springs in de …. Inderdaad: middle of nowhere!! De Van deed nul komma niks meer en we hadden ook geen idee wat het was. Was dat even balen. Geen bereik dus ook nergens heen kunnen bellen. En dan komen de regeldames in actie (Kim en ik), best handig op zo’n moment en mooi dat we allemaal zo onze kwaliteiten hebben. We pakten de spullen die we nodig hadden (geld, nummer RACQ = ANWB) en luisterden goed of we een auto hoorden aankomen. En daar waar je soms in geen uren een auto hoort of ziet kwam er nu al één na vijf minuten!! Lucky us. Het was een mooie touringcar en uiteraard mochten we mee. We hadden zelf op de kaart al gekeken dat er niet zo heel veel verder een camping (Glen Helen Gorge) moest zijn waar we hopelijk ook konden bellen. En daar ging deze bus nu net heen! Veel belangstelling van alle mensen in de bus. Het waren vooral ouderen die ons ‘veel sterkte’ en ‘hoop dat het meevalt’ en ‘hoop dat het niet te veel kost’ meegaven. En wat zeiden wij?? “No worries, everything will be fine”.
En zo denkt Joyce gelukkig ook. Bij dit avontuur kwam ze er vrij laat achter dat Kim en ik al met de bus weg waren. Ze vroeg op gegeven moment aan Peter “is er al een auto langs gekomen om te helpen?” toen wij al lang en breed bij Glen Helen Gorge waren!!
We konden inderdaad bellen en hadden al vlot contact met de RACQ. Het werd al snel duidelijk dat het veel ging kosten omdat we zo ver weg waren….maar goed “beter duur dan niet te koop” zoals we beiden van huis hebben meegekregen!
En toen another Lucky moment: Dean, de zoon van de camping kwam er aan en die bleek een echte auto freak te zijn. We hielden de RACQ “on hold” en hij ging mee naar onze Van. Om een lang verhaal kort te houden: hij had de auto in no time aan de gang om naar Glen Helen Gorge te komen en kon hem de volgende dag helemaal maken zodat we weer veilig verder konden, yes!!
We bleven op de camping, zwommen in de gorge en de volgende ochtend kreeg Peter een ingeving. Hij maakte de auto zowaar zelf: “los draadje” zoals ik het zelf maar heb vertaald. Dean bedankt (met een flinke tip) en door deze meevaller toch een groot deel van de Mac Donnel Range bezocht en bekeken. Het weer werd steeds slechter dus we besloten niet nog een dag langer te blijven en terug te rijden naar Alice Springs.
Help, brand!
Goede keus om terug te gaan want de regen kwam met bakken uit de hemel en…de volgende dag (inmiddels afgelopen maandag) kon de olielekkage al gerepareerd worden. Nieuwe pakking en nog wat dingetjes en hij reed weer als een zonnetje.
Door wat langer in Alice Springs te blijven hadden Kim en Joyce ook ruim de tijd om de Black Footed Rock Wallabies te voeren. Ze aten uit je hand en er waren er een aantal met een Joey in hun buidel. Kim en Joyce genoten 200% en kregen er niet genoeg van!
En terwijl zij de laatste avond in Alice zo aan het genieten waren, maakten Peter en ik avondeten.
Het eten was bijna klaar toen er iets in de Van gebeurde….ik deed de achterklep dicht en in één keer was de auto vol rook, BRAND (dacht ik in 1e instantie), ik kreeg een hartverzakking…wat nu? Waar kwam het door? Moest ik de deur open doen met het risico dat er dan vlammen komen? Toch de deur opengedaan en ondertussen naar Peter geschreeuwd. Die hoorde wel iets maar was te druk met kip en vis barbecuen, uiteraard ook niet onbelangrijk?!
En wat bleek: de brandblusser was helemaal leeg gespoten in de Van. Op de één of andere manier was de veiligheidspen eruit en had er iets opgedrukt waardoor hij zich lekker leeg kon spuiten.
Wat een mazzel dat het geen brand was en wat een ongelooflijke ….zooi, het poeder zat werkelijk overal. En waar begin je dan? Gewoon: Just Do It! Het was heel veel werk, tussendoor aten we nog even en Kim en Joyce hielpen erg goed en uiteindelijk…was de Van in tijden niet zo schoon geweest.
En toen kwam Kim heel superlief met voor ieder een prachtige ansichtkaart met hele lieve persoonlijke woorden erop. Alle ervaringen, inclusief deze, maken ook voor Kim en Joyce de reis heel bijzonder en dat was dwars door elk woord te lezen, dankjewel lieve Kim!
Dagen na het brandblusevenement kwamen we toch nog hier en daar van dat blauwe poeder tegen, waarschijnlijk om ons even te helpen herinneren.
Reptielen
De volgende ochtend vonden we het echt tijd om uit Alice Springs te vertrekken. We haalden nog wat boodschappen en gingen richting Tennant Creek. Onderweg toch behoorlijk veel water op de weg. En waarschijnlijk door het vocht ook overal veel reptielen op de weg – we hebben er heel wat van de weg gehaald – en zo ook de prachtige Thony Devil (zie foto). Zo eng en tegelijkertijd mooi als hij eruit ziet, zo schattig is hij ook. Je kunt hem gewoon oppakken en het enige dat hij eet (oplikt) zijn mieren. Z’n uiterlijk gebruikt hij om andere dieren af te schrikken en dat lukt hem goed!
Onderweg ook een prachtig natuurpark, Devils Marbles, waar we ook konden overnachten.
De enorme stenen knikkers (marbles) leenden zich uitstekend voor verstoppertje spelen en waren goed voor een schitterende zonsondergang.
En deze zonsondergang vonden Kim en Joyce een mooi moment om met een paar cadeautjes te komen, lieve en lekkere cadeautjes (van dat heerlijke bruine spul). Joyce “deed een woordje” en dit lieve gebaar deed niet alleen de chocola smelten……..!!
Overstromingen
Na Devils Marbles vervolgden we onze weg naar Tennant Creek en die kant op werd het steeds duidelijker dat er echt een flinke staart was geweest van de cycloon. De weg was hier en daar erg overstroomd en we konden er op twee plaatsen echt net aan doorheen (foto’s en video maken het heel duidelijk, het was echt even heel spannend) en bij Mataranka (nog noordelijker) konden we er echt niet meer door op een aantal wegen. We wilden graag naar natuurlijke waterbaden in Mataranka en daar was geen denken aan. We verbleven noodgedwongen op een andere camping en die nood werd een deugd: hier was de plek om Barramundi’s zelf te voeren en voor Peter was dat helemaal top. Ook Kim en Joyce vonden het super en ook spannend. De Barramundi's kunnen erg groot worden (tot wel 2 meter en 60 kilo) en wat bijzonder is: ze worden als mannetje geboren en als ze volwassen zijn veranderen ze in vrouwtjes.
Zulke enorme vissen met enorme bekken en die met een enorme hap het aas uit je hand nemen, mocht je ooit nog wat Adrenaline nodig hebben…
Zoveel natuurschoon
Inmiddels zijn we in Katherine aangekomen (bijna Darwin). In dit deel van Australië is het nu het Wetseason en dus heel normaal dat het veel regent. Er is alleen heel veel meer regen gevallen dan andere jaren. We horen soms vanuit Nederland “jullie treffen het wel (of niet) zeg”…en laat dan nou inderdaad het geval zijn: we treffen het. Door de vele regen groeit en bloeit alles prachtig. Veel wildlife vaart er wel bij: veel meer vogels en reptielen bijvoorbeeld dan normaal. We hebben grote groepen Black Cockatoos gezien, een bedreigde papegaaisoort. En ook vele andere papegaaien en parkietensoorten en natuurlijk vele soorten lizzards.
Verder stromen de watervallen dat het een pracht is en zijn er vele regenbogen!
En vanaf zo’n prachtige regenboog (we zoeken uiteraard naar het goud aan het einde ervan…) nemen we afscheid.
See you later alligator!
Liefs, Pemakijo
P.s.: hartelijk dank voor de vele reacties en Jan en Jet gefeliciteerd met jullie kleindochter!
Kakkerlakken, sprinkhanen, mieren, vliegen en ......
.....gelukkig ook prachtige reptielen, papegaaien en andere mooie vogels!
De kakkerlakken zijn hier veel te groot, de sprinkhanen springen op je, de mieren zitten echt overal en de vliegen irriteren me, blhh en daarvan zijn er ook veel te veel. Maar gelukkig zijn er ook heel veel verschillende reptielen, ze zijn echt vet mooi. En sommige lopen zo grappig, beetje van 'hup-hup'. En dan de papegaaien: groen, geel, roze, wit, echt mooi en ook heel veel. Bij de Camel farm was een Pinking Gray en die zei 'hallo', dat was schattig. En we hebben dus op een kameel gereden, erg leuk en erg hobbelig. Vooral papa en z'n kameel waren heel erg grappig. De kameel deed waar hij zin in had en papa zei steeds 'walk on, walk on' - maar dat deed hij niet.
Wat ik echt heel gaaf vond de afgelopen dagen was dat ik de Ayers Rock in het echt heb gezien. De Aboriginals noemen deze berg 'Uluru'. De zonsondergang was mooi, de berg kreeg steeds mooiere kleuren. Ook vond ik de Olga's (Kata Tjuta) heel gaaf. Wat ik leuk vind is dat Uluru één grote steen/berg is en dat de Kata Tjuta bestaat uit allemaal brokjes en laagjes stenen. Dat kon je heel goed zien.
We zijn nu in Alice Springs, echt in het midden van Australië, 'in the middle of nowhere'. Het is een stuk koeler en dat vind ik wel lekker. Ik ga nu weer in mijn plakboek werken.
Oja: Kim en ik hopen op veel meer reacties, ook op onze video's die we vorige week maakten!!!
Veel liefs van Joyce
Coober Pedy, 50 graden, videocamera gestolen en.....
en....still going strong!! In Coober Pedy is het de laatste dagen (we zijn hier afgelopen woensdag aangekomen) heet, erg heet: 50 graden in de zon en 's avonds koelt het af tot zo'n 38 graden en zelfs wij vinden dat toch echt te heet en het geeft ook veel te veel zweet. We drinken liters water en zijn blij dat we gisteravond en komende nacht ondergronds slapen!
Woensdagavond stonden we op een camping en het bleef dus ook 's avonds bloedje heet. Peter sliep buiten, Kim bovenin en ik en Joyce 'beneden' in de Van. Zo min mogelijk aan en niets op je en dan nog...puf, zweet, puf. Daarom ook alles opengezet voor een beetje frisse wind. En helaas heeft dat als gevolg gehad dat onze videocamera gestolen werd. Peter was 's nachts wel ergens van wakker geworden en zag twee jongens rondlopen, maar zo 's nachts drong er verder niets echt door en pas de volgende ochtend dacht hij 'vreemd'... Er was diezelfde avond/nacht ook een computer van iemand en nog wat andere dingen gestolen. De politie was dan ook blij dat Peter wel een beschrijving kon geven. We baalden natuurlijk vreselijk van de video en in 1e instantie dacht ik, met tranen in m'n ogen, al onze filmpjes, nee toch... En wat een pak van ons hart is het dan als je je realiseert dat Peter t/m Port Augusta alles, echt alles had gesaved op de laptop!! Yes! En dan is wat overblijft gelukkig alleen een stukkiematerieel, het zwarte digitale apparaatje. En alleen een stukkie naar Coober Pedy mist dus dat valt echt mee. En uiteraard maken we nu meteen een back up van alles van de pc!
We hadden allemaal niet best geslapen woensdagnacht en wat een verademing om dan lekker koel onder de grond te slapen.....heerlijk! En verder genieten we van de mijnen hier, de opalen (Peter wil al een mijn kopen!!), met elkaar zonsondergang kijken bij de Breakaways en onze grot!
Met weer een ervaring rijker (ja, we letten nu nog beter op onze spullen!!), met veel zweetdruppels, vele duizenden kilometers verwijderd en ook nog eens 50 graden verschil nemen we weer afscheid! Morgen reizen we weer verder en niet alleen in onze grot zijn we van de rest van de wereld verwijderd, ook onderweg is dit vaak het geval....Blijft toch bijzonder in dit digitale tijdperk!
Liefs, Pemakijo
Port Augusta en is 47 graden lekker of te heet?
Port Augusta en aankomst Coober Pedy
Port Augusta vonden wij een wat aparte plaats. Of misschien was het gewoon anders dan we hadden verwacht. Uiteindelijk vallen en staan veel van je ervaringen met wat je van te voren had verwacht…
Ten eerste was het veel kleiner dan we dachten, is het een beetje – hoe zal ik het netjes zeggen – minder verzorgd en gedragen de mensen zich naar ons idee ook anders, eerlijk gezegd minder vriendelijk dan we tot nu toe hadden meegemaakt, voelt als een andere sfeer.
Gelukkig waren er ook velen wel vriendelijk, zoals de mensen bij de Tourist Information en de …garage. Of zou dat laatste ook te maken kunnen hebben met het feit dat wij een goede klant waren?! Daarover straks meer.
In Port Augusta hebben we vooral veel ingekocht, spullen in orde gemaakt, geleerd en de auto laten checken. Pasta, mie, pannenkoekenmix, rijst, blikjes, drinken, waterijsjes, etc. etc. Tjee wat kan er veel in onze Van en het lijkt wel of we een wereldreis gaan maken!
En natuurlijk hebben we ook heerlijk veel gezwommen (vandaag was het rond de 47 graden en dan is het zwembad heilig! In de namiddag een storm, de lucht was zwart van het zand! Het koelde gelukkig af en alles zat onder een laag stof/zand), naar de shoreline geweest, (ook daar hadden we hoge verwachtingen van, we dachten een soort van promenade langs de zee met terrasjes en zo…zeker niet dus. Daar liggen toch mooie kansen voor de Aussies hier), gevist, gespeeld en heel educatief: in de Tourist Information was een prachtige tentoonstelling over de geschiedenis van Australië, van de Aboriginals tot de huidige tijd. Kim en Joyce vonden het ook erg interessant, zelfs zo dat we de volgende dag nog ff zijn teruggekomen!
Op de camping hebben Kim en Joyce veel gespeeld met Derek, een Aboriginal jongen van 10. Leuke jongen en een hele historie achter zich. Veel familieleden overleden (waaronder zijn vader), z’n moeder heeft hem ‘verstoten’ (komt vaker voor bij zijn Aboriginal cultuur) en nu is het wachten op een pleeggezin. En de administratieve ‘rompslomp’ doet niet onder voor Nederland….
In Port Augusta hadden Peter en ik ook allebei een ‘haircut’, Peter bij een professionele kapper en ik bij twee leuke jonge dames die het vak nog moesten leren. Op zich was het echt netjes recht geknipt, het was alleen i.p.v. een puntje van ongeveer een centimeter zo’n 8 centimeter korter!! Maar wat wil je ook als Joyce de hoofdkapster is en het voor haar niet echt uitmaakt of het nu één minuut of acht minuten is, ‘s morgens of ’s middags is of dus één of acht centimeter!!
Kim pakte haar rol als help kapster goed op en knipte net zoveel er af als Joyce!!
Dus Leontien: als je een keer assistentie wilt hebben?!!
Op de camping in Port Augusta was ook tot tweemaal aan toe een jong vogeltje uit het nest gevallen uit de boom naast onze Van. Kim en Joyce gaven hem/haar heel lief water en tot tweemaal toe hebben we het vogeltje terug gezet in het nest, een hele uitdaging om met veel wind in een hoge boom te klimmen….
Toen we vanmorgen wegreden zaten ze nog keurig in het nest en werden liefdevol verzorgd door paps en mams.
En dan onze Van: we lieten nog ff de banden checken en wisten dat er iets met de uitlaat was – we waren al een paar keer langs een mechanic geweest en op z’n Australisch was het steeds “no worries – you’ll get to Darwin”.
Iets teveel no worries dit keer want de uit Schotland afkomstige specialist gaf heel duidelijk aan (en liet ons ook zien) wat er mis was met het stuk dat het voor-en achtergedeelte van de uitlaat met elkaar verbindt. Wow! We hadden Coober Pedy waarschijnlijk niet gehaald…
Vier nieuwe (truck!)banden en een nieuw stuk uitlaat, voor de portemonnee wat minder maar voor de Van en onze veiligheid stukken beter. Het voelde toen we vertrokken uit Port Augusta vanmorgen echt goed!
En wat echt tof was: hij kon dezelfde dag nog in orde gemaakt worden zodat wij vlot verder konden! En eerlijk is eerlijk: er zijn veel dingen in Australië duurder dan bij ons maar dit was echt een hele nette prijs in vergelijking tot Nederland!
Door dit oponthoud hebben we er maar een daggie extra in Port Augusta tegen aangeplakt en daardoor vanmorgen het gezamenlijke ontbijt vanwege Australian Day in het park in het centrum meegemaakt. Leuk om een keer mee te maken en eerlijk gezegd ook wel saai. Vrij ingetogen, veel tijd werd besteed aan allerlei mensen die genomineerd werden voor hun goede daden en voor ons wat saaie muziek. Maar wel, let op: voor 2 dollar een uitgebreid ontbijt!!
En dan zijn we nu net in Coober Pedy aangekomen. In dit deel van de Outback rijden we omhoog over de Stuart Highway en dat is zo uitgestrekt, zo wijds, erg indrukwekkend.
Het is hier in Coober Pedy erg heet – weer zo’n 48 graden – en morgen en overmorgen gaan we dan ook in een motel onder de grond en we slapen dan ook zo’n 6 meter onder de grond!
En Marga, Paul en Lena: bedankt voor de tip, we vinden het nu al leuk hier. Morgen heerlijk naar de nog werkende mijn, zelf stenen zoeken, naar de opalen en naar het kangaroo opvangcentrum!
En dan de prachtige koker voorop de auto….erg leuk dat Miriam hele creatieve ideeën had en dat Lies dacht dat er een didgeridoo in kan. Dat laatste zou eigenlijk prima kunnen!
Om jullie uit de spanning te halen: er zitten, heel saai, ijzeren stokken in. De stokken die onze luifel (the Annex) aan de Van ondersteunen. Niets meer en niets minder. Veel leuker is de buitenkant met dolfijnen en schildpadden erop geschilderd en teksten als “just do it”, “dream your life, live your dreams” and “go your own way”. Miriam en Lies, jullie prijzen komen er aan!!
En last but not least: tjee wat kan die Peter toch een gave video in elkaar zetten en wat hebben Kim (die video volgt snel) en Joyce zelf leuke stukken ervoor gemaakt! Trots? Zeker weten!
Knuffels vanuit Coober Pedy van Pemakijo xxxx
Droog in the Outback
Droog in the Outback
En zo kwamen we vorige week vrijdag aan in Broken Hill. Op weg naar Broken Hill weer heel veel water. We zouden eerst onderweg ergens in de bush parkeren en slapen maar het kwam met zoveel bakken tegelijk uit de hemel dat we door zijn gereden naar Broken Hill. Ook daar stroomde het water door de straten en zorgden wij dat we ‘hogerop kwamen’.
Moe ergens langs de weg geparkeerd in Broken Hill en gaan slapen (het was allang donker). De volgende morgen hoorden we van wel héél dichtbij kerkklokken…we stonden voor de kerk geparkeerd! Wegwezen dus want dat was niet echt de bedoeling. We waren nog niet eerder zo snel opgebroken en weggereden!
Broken Hill was een bijzondere plaats. Vele kilometers rijden en niets of niemand tegenkomen en dan in één keer “in the middle of nowhere” een hele stad met alles erop en eraan.
Na onze “holy night” (voor de kerk) bleek de Tourist Information een goede eerstvolgende bestemming. Het weer zou opklaren, we vonden een goede camping en kregen informatie voor onze tocht richting de Flinders Range.
En gelukkig: het weer werd steeds beter en in de loop van de dagen gingen steeds meer wegen open. Het werd echt droger, zonniger en warmer.
Het was ongelooflijk hoeveel wegen gesloten waren – zelfs de Highway van Broken Hill naar Adelaide was dicht en dat is de enige weg die kant op.
In Broken Hill bezochten we de Sculptures Symposium (zie foto’s en video van Kim en Joyce morgen of overmorgen), erg mooi. We maakten mooie wandelingen, gingen naar Silverton (nog meer heel echt in het niets met een paar huizen en paar hotels en waar enkele bekende films zijn opgenomen zoals Mad Max en Mission Impossible 2) en speelden in het zwembad. We bezochten zelfs een museum en tot onze verrassing hadden ze er ook heerlijke chocolade! En dat moet je dan heel snel opeten met de Australische temperaturen, rottig he?
Elke dag worden we wel verrast met nieuwe dingen. Leuke dingen, minder leuke dingen, bijzondere dingen, inspirerende dingen en mooie en lieve dingen. Leuk als je met vijf verschillende nationaliteiten in het zwembad met een bal aan het lummelen bent, minder leuk als je zoveel dode kangoeroes langs de wegen ziet; bijzonder als je de Australiërs hoort die veel overstromingen hebben gehad: niks geen geklaag en bezig met hoe verder te gaan en hoe de zaken op te lossen!
Inspirerend als je je verdiept in de geschiedenis van de Aboriginals, een volk vol verhalen en overleveringen. Mooi is eigenlijk alles: de mensen, het landschap, de dieren. En ten slotte lief: hoe Kim en Joyce er voor elkaar zijn als er iets is of gebeurt, hoe lief ze zijn voor de dieren.
Na Broken Hill vertrokken we naar de Flinders Range National Park (N.P.) en kwamen begin van de avond (afgelopen maandag) aan in Hawker aan de rand van dit N.P. We bezochten twee prachtige Lookouts en bij de laatste besloten we meteen te overnachten. Ondergaande zon, elkaar verhalen vertellen en steeds meer sterren….
De volgende ochtend allerlei kangoeroes om ons heen, erg gaaf.
We reden door naar het “echte” N.P. en verbleven enkele dagen in Wilpena. Droog, heet en ongelooflijk mooi was het daar. Beroemd om z’n Wilpena Pound, een soort natuurlijke krater en vele bergen, dalen, kloven en natuurschoon. Waar we kampeerden waren nog meer kangoeroes (en kangoeroes met jonkies !!) die ook nog naar je toe kwamen en ja: we mochten en konden ze aaien!! Joyce kreeg er geen genoeg van!
We deden een tour met gids en 4WD en leerden veel over de natuur, het ontstaan van dit gebied, zagen fossielen en hadden spectaculaire uitzichten.
Te bedenken dat we liepen daar waar miljoenen jaren geleden ook dinosaurussen rondliepen….
We sliepen één nacht buiten bij een heldere sterrenhemel en…volle maan!!
En ja: goed afgeschermd door klamboes e.a. materiaal, want je zal maar een slang wezen en al dat schoons zien liggen…
We waren al deze dagen “van de wereld afgesloten” en dat zal de komende weken meer gebeuren. In geval van nood hebben we een echt “bakkie”!
Vanuit de Flinders reden we naar Port Augusta waar we afgelopen vrijdag aankwamen. Het was er een paar graden koeler: 36 graden en wat meer zeewind.
En overal, zelfs in de Fllinders Range N.P. zijn zwembaden – zo ook hier op de camping. Met lekker veel chloor en dat droogt onze huid nog meer uit. Zo’n mix van hitte, droogte, veel zand, wind en chloor maakt dat zelfs de nek van Kim en Joyce eruit zien als ware zij 80 jaar oud! We smeren ons ‘rot’ en er zit maar één ding op: vervellen net als de slangen. En dat proces is de afgelopen dagen gestart. Mooi hoe de natuur dit weer oplost!
Tot gauw. Liefs, Pemakijo xxxx
girlfriend, parrot, tomato sauce!
Net op tijd!
Ere wij ere toekomt: jazeker het vorige verslag was door Peter geschreven!!
En meteen voor allen en iedereen: het gaat goed met ons, we zijn weg uit de overstroomde gebieden. Wij zitten, rijden, leren en lopen in de….zon – in de Outback van Australië!
Het was een ontzettend goede zet om “echt” met de Van op weg te gaan en dan ook nog richting het Zuiden. Het Noorden hadden we dus “gedelete” uit onze plannen en we reden via Brisbane naar de Gold Coast. Het was wisselvallig weer en we reden langs “Wet and Wild”: voor ons op het lijf geschreven. En als het ging regenen… nat werd je er toch! Het was vrij druk en erg leuk. Superlange en adembenemende glijbanen. Zo was er één nieuwe attractie die mij bleef trekken (Peter vond hem net iets te heftig en de dames waren te licht en dat vonden ze erg jammer). Je ging in een buis staan. Ze deden de glazen deur om je heen dicht en op slot….dan werd er afgeteld en voor je het wist ging de bodem onder je weg, letterlijk onder je weg en je denderde recht naar beneden en… de rest ben ik een beetje kwijt!! Wie doet zoiets nou voor z’n lol? Was het een inspirerende, gave ervaring of juist een angstaanjagende, maffe ervaring? Mocht je ooit de kans hebben: doen!
Na Wet en Wild reden we verder en gingen onze 1e nacht “vrij” kamperen (Palm Beach), vlak bij het strand, spannend en leuk. Vlak naast ons kwam zo’n zelfde soort busje staan, gezellie. Peter had heel kundig in onze Pop Up (dak wat omhoog kan) een bed voor Kim en Joyce gebouwd/gemaakt en die vonden het heerlijk liggen en hadden goed geslapen. Wij moesten nog een beetje onze draai vinden…
De volgende ochtend naar een Wildlife Sanctuary gereden (waar ze dieren opvangen, in dit geval Koala’s, Walibi’s en verschillende vogelsoorten en reptielen) en we waren de 1e en één van de weinige bezoekers. Mogelijk door het natte weer. Het was er mooi en dat vonden ook de muggen.
Het weer bleef nat dus een heel eind gaan rijden, tussendoor even een duik in een baai bij Byron Bay en weer verder. Hanneke en ik waren in 1992 ook in Byron Bay geweest – lijkt gisteren (haha) – en ik voel me net zo’n oude dame die samen met haar vriendin op een bankje zit en zegt “weet je nog…. Wat is het veranderd he?!” Supertoeristisch, supervol en super veel auto’s langzaam rijdend (file?).
We belandden uiteindelijk in Yamba aan de kust van New South Wales en daar was het redelijk weer en de camping (Blue Dolphin Resort!) was erg leuk en mooi. Twee nachtjes gebleven en Kim en Joyce hadden meteen vriendinnetjes. Er waren meerdere zwembaden en ook een tennisveld. Wij als echte profs tennissen…. Joyce sloeg hard en ver en Peter ook (ballen over het hek??) en Joyce zegt enthousiast: “papa wat ben ik goed hè, het veld is gewoon te klein voor mij!!” Kim bakte zelf pannenkoeken en onze Van heeft toch echt alle faciliteiten die we nodig hebben, lekker ding die Van!
En als Joyce dan zegt bij vertrek: ‘bye bye, have a nice day and it was nice to meet you’ dan luisteren twee trotse ouders op afstand.
De weersvoorspellingen werden er niet beter op en met stortregen reden wij weg Via Crafton het binnenland in. Niet verder naar het Zuiden, wel richting de zon. En dat was echt een hele goede keus.
Misschien kennen jullie dat wel, dat gevoel dat wanneer je net ergens de laatste bent en achter jou gaat de deur of het hek dicht en jij mag er nog net in of door. Zoals bij een attractie die net gaat sluiten of als je nog net de winkel in mag als je echt nog iets heel hard nodig hebt uit die ene winkel. Nou dat gevoel dus.
Dat hadden wij toen we via de Great Divine Range het binnenland inreden en zulk ongelooflijk slecht weer hadden dat we steeds meer water op de weg zagen en niet alleen water, maar ook steeds meer modder en modderstromen en die stromen sleepten steeds meer bomen e.a. dingen mee. En op dat moment werden ook wegen afgesloten en waren wij op één belangrijke weg de laatste die er nog door mochten. Achter ons werd de weg afgesloten - “Road Closed” - wow wat een mazzel!!
We reden nog enige tijd met heel veel regen en langzaam maar zeker werd het beter. We overnachtten ergens onderweg en gingen de volgende ochtend meteen weer verder. Onderweg hoorden we van verschillende mensen dat we echt mazzel hadden gehad – steeds meer wegen dicht – zo ook van de Roadtrain chauffeur, hij was de laatste truck die er nog door mocht. Hij was op weg naar huis en had nog wat eten over en gaf dat aan ons (als je de grens van New South Wales naar South Australia overgaat mag je geen brood, groente, fruit e.d. meenemen i.v.m. eventuele fruitvliegjes….bijzonder hè?) – daarbij ook een heel nieuw brood: en laat ik dat nou net bij de vorige supermarkt hebben laten liggen – hoe bedoel je geluk? Want voorlopig zouden we geen winkel meer tegenkomen en we hadden nog niet gegeten! Thanx mate! We gaven hem water voor koffie en wat lekkers en geven en nemen was weer in balans.
Helaas hoorden we ook de afschuwelijke verhalen van de vloedstroom/ overstromingen en mensen die waren omgekomen en waren vermist. Uiteraard Hanneke gebeld en daar is alles nog goed. We houden ook contact met andere vrienden in de buurt van Brisbane. Dat het zo kan spoken, de natuur gaat z’n eigen gang en het water is ijzersterk.
Inmiddels zijn wij dus in de zogenaamde “Outback” aangekomen (nog wel New South Wales), het meer afgelegen gedeelte. Goed weer en we verblijven momenteel twee nachten aan de rivier in Nyngan. Eenvoudige en leuke camping, zwemmen in de rivier, veel mooie vogels, vissen, boomkikkers en heel veel muggen! Echt 200% in de natuur. Toen ik gisteren naar de wc ging plaste ik bovenop een groene boomkikker die in de toiletpot zat…. Toen ik vanmorgen m’n waterschoenen aantrok om te gaan zwemmen glibberde het aan mijn voeten: de grote broer van de groene boomkikker in mijn schoen, brrr. Een grote rivierkreeft in het net van Peter die fors aanviel toen Peter hem wilde pakken! Geritsel naast ons in het bosje: staan we oog in oog met een prachtige groene papegaai! Kim en Joyce die kangoeroes voeren en mieren zo groot als vier Nederlandse mieren bij elkaar om over de kakkerlakken maar niet te praten. Welcome to the Outback!
Van hier gaan we naar Broken Hill (prachtige Flinders Range) en door naar Port Augusta waar we ons goed gaan voorbereiden voor de trip naar Darwin. Het bereik (zeker voor onze telefoon) is hier en daar matig tot geen bereik. Hoe en waar we gaan en hoe lang we ergens blijven bekijken we per dag – “we just take one day at a time!” Lekker hoor, moet je ook eens proberen!
Dikke Outback knuffels van ons! Pemakijo xxxx